Cornelis Bernardus Kerckhoffs (1908-1909)
Deze was geboren in Hengelo (O). Na zijn priesterwijding was hij eerst assistent te Keyenborg en Haarle, daarna ongeveer vijftien jaar kapelaan te Hengelo (O), waarna hij pastoor in Langeveen werd.
Van daaruit kwam hij naar Saasveld, waar hij tien jaar pastoor was. Pastoor Dames vermeldt dat pastoor Kerckhoffs “hoewel geknakt naar het lichaam, vol levensmoed naar Rossum pastorie” kwam. “Hij was een reus wat gestalte betrof en had een stem van koper doch in krachten was hij een kind gelijk. Nog geen volle vijf jaren of ook zijn stoffelijk overschot werd grafwaarts gedragen in oktober 1901”.
Has pastoor Kerckhoffs in Saasveld met een bouwvallige kerk te maken gehad, ook in Rossum kwam hij voor een dergelijk probleem te staan. “Grootsche plannen had pastoor Kerckhoffs nog gemaakt, de kerk wilde hij van een nieuw dak voorzien, omreden de geloovigen bij regenachtig weer gedwongen waren de regenschermen op te steken, het regende binnen bijna even hard als daarbuiten.”
Er was grond nodig voor een nieuwe kerk. Het probleem van de nieuwbouw, eerst dertig jaar later verwezenlijkt, diende zich reeds dringend aan. In 1907 werd het erve Tijman aangekocht voor de somma van zestienduizend gulden. De aartsbisschop van Utrecht, Mgr. H. van de Wetering, had hiertoe verlof gegeven mits de overtollige grond en behuizing zo spoedig mogelijk weer zouden worden verkocht. De reeds ziekelijk pastoor wa, om de aanvraag toe te lichten, samen met kerkmeester J. ten Wildiek naar de aartsbisschop gereisd.